donderdag 10 oktober 2024

De marjoleinisering van ons Staatsrecht

 



Vanochtend gaf mijn zoon trots door, dat mijn eenjarige kleinzoon zelfstandig zijn eerste (wankele) stapjes had gezet.

Het moment waarop een mens recht overeind gaat lopen is hoogst existentieel. Het is het moment waarop de mens homo faber, wordt. Maker! Immers zijn handen komen vrij. Hij kan gaan Maken, kan gaan 'fabriceren'.


Maar waarschijnlijk roept het woord,Faber heel andere gedachten bij u op.


Héél misschien denkt u wel... aan Mient Jan Faber (1940 – 2022). In zijn glorietijd de algemeen secretaris van het IKV ( het Interkerkelijk Vredesberaad) ooit een bloeiende vredesbeweging, die in 1981 in Amsterdam en in 1983 in Den Haag indrukwekkende masademonstraties tegen de kernwapens ('de kruisraketten') op de been wist te brengen

Toenmalig premier Lubbers ondervond ongetwijfeld veel druk van die massa-- demonstraties, maar het kwam doodeenvoudig niet bij de man op om de kruisraketten-problematiek tot 'defensie-crisis' te verklaren ,waarop nodig de staatsnoodwetgeving diende te worden toegepast.

Nederland was toen nog van hoog tot laag doortrokken van een democratische gezindheid...

Terecht constateert heden CDA-leider Bontebal dat die vanzelfsprekende democratische ethos van toen er nu niet meer is, en dat die hoognodig hersteld dient te worden.


Maar.u dacht natuurlijk bij het woord Faber zeer waarschijnlijk helemaal niet aan Mient Jan Faner maar aan.Marjolein Faber. .


Mevrouw Marjolein Wilders-Faber heeft de asielzoekersproblematiek tot crisis verklaard om daar vervolgens de staatsnoodwetgeving op van toepassing op te verklaren.

Over dat bizarre staatsrechtelijk gedrag is al het nodige gezegd. Maar niet alles.


Eerstens : Hoe is mevrouw Marjolein Wilders-Faber op dat idee gekomen?


Ik heb een vermoeden. Marjolein heeft, toen zij nog klein was, blijkbaar intensief gekeken naar een toen hoogst populaire TV-programma : Theo & Thea Creatief met Kurk”.

En inmiddels 'volwassen' geworden denkt zij nu, dat kan ik ook! Ik, Marjolein Faber, ben... “Creatief met Staatsrecht”


Tweedens: “Creatief met Staatsrecht” heeft consequenties..


Jarenlang heeft Geert Wilders met zijn PVV de kans gekregen om onze parlementaire democratie uit te hollen. Onze democratie verkeert daardoor heden duidelijk in een crisis.

Geen nood,wij passen de noodwetgeving daarop toe. Want als dat op de 'asielcrisis' kan, dan kan dat natuurlijk ook op de 'democratische crisis”.

Dat betekent , dat de PVV 'als veroorzaker van die crisis... verboden wordt.

Dus...eigenlijk moeten we mevr. Faber voor haar marjoleiniserg van ons Staatsrecht dankbaar zijn ...


Bovenstaande woorden zijn natuurlijk zwaar van sarcasme doortrokken. Blijft de hamvraag, niettemin, waarom de PVV niet verboden is.

Hét criterium voor een Verboden Partij,zoals dat in staatsrechtelijke kringen gehanteerd wordt, 'het duurzaam de parlementaire democratie ontwrichten ' is immers duidelijk van toepassing

Het verbieden van een Politieke Partij is en blijft in Nederland, een Democratische Rechtstaat (nóg wel...), geen klein bier . Maar het kan wel degelijk..


Onder het regiem van artikel 2:20 Burgerlijk Wetboek (sinds 1988) is al eens eerder een politieke partij verboden verklaard, namelijk de Nationale Volkspartij / CP '86..

Dat artikel 2:20 BW gaat echter over rechtspersonen in strijd met de openbare orde., De pedofielenvereniging Martijn en enige motorclubs zijn op grond van dit artikel eveneens verboden verklaard

De vorige regering heeft gemeend dat een politieke partij toch van een andere orde is als deze verenigingen en dat het verbod op politieke partijen een speciale regeling behoeft.

Dat verbod is heden geïncorporeerd in de Wet op de Politieke Partijen (Wpp) waarvan het wetsontwerp sinds 8 april van dit jaar bij de Raad van State ligt voor advies.

Dus die wet is er nog lang niet


Intussen geldt in feite wat politieke partijen betreft nog steeds de oude regeling van

2: 20 Burgerlijk wetboek

De PVV kan dus veroordeeld worden als in strijd met de openbare orde. Maar het ziet er niet naar uit dat het Openbaar Miniterie van plan is de zaak bij de rechter aanhangig te maken. Men wacht in die kringen de aanname van de Wpp af. .


Dus willen we niet op een 'goede morgen' wakker worden in Hongarije aan Zee, dan moeten we nú de straat op. Demonstreren! Er blijft ons niets anders over..

Want besef het goed, Orbán, Wilders grote voorbeeld, regeert Hongarije al negen jaar via staatsnoodwetgeving, oorspronkelijk ingesteld voor zes maanden. Telkens met zes maanden verlengd..Van een Vrije Pers en een onafhankelijke Rechtelijke Macht

is inmiddels in Hongarije geen sprake meer. Laat staan van demonstratierecht. Waar trouwens bij ons ook al aan word getornd


Demonstreren dus voor het te laat is!

Maar anders dan in de tijd van Mient Jan Faber is er, helaas, geen sterke vredesbeweging meer..

Ook de FNV toentertijd een enthousiast deelnemer aan beide massademonstraties laat laat heden niets van zich horen.

Rest de milieubeweging, toentertijd nauwelijks aanwezig op het Malieveld, nu sterk in opkomst.

Dus moet die mijn inziens nu het voortouw nemen.


Neem Extinctious Rebellion, een goed georganiseerde club.

Wel demonstreren tegen de vergiftiging van ons fysiek klimaat, maar niet demonstreren tegen de vergiftiging van ons politiek klimaat... Blind blijkbaar voor het feit hoezeer beide vergiftigingen met elkaar te maken hebben. Ik begrijp dat niet.



( JoopBNNVARA-Opinie 09 10 2024)

woensdag 25 september 2024

Leidse Plein / Marnixstraat

 

Leidseplein / Marnixstraat




Wij zijn als porselein, zo zuchtten de dichters

Nauwelijks nog behoefte aan het zogenaamd Hogere


& zij zagen uit, die melancholieke Prinsen

over de verlaten tramrails richting Marnixstraat


naar het Ongeziene


want waar deze // door neonlichtreclames // verzilverde

evenwijdige lijnen


elkaar zouden kruisen, ergens achter in de Melkweg

wisten zij

kust God 

het warrig haar van Einstein


wit

vrijdag 20 september 2024

Marjolein Faber

 

Hic Faber Est



Mevr. Marjolein Faber heeft de asielzoekersproblematiek tot crisis verklaardom daar vervolgens de staatsnoodwetgeving op van toepassing op te verklaren.Over dat juridisch curieuze gedrag is al het nodige gezegd. Maar niet alles.


Eerstens : Hoe is zij op dat idee gekomen?


Ik heb een vermoeden. Marjolein heeft toen zij nog klein was blijkbaar vaak gekeken naar een toen hoogst populair TV-programma : Theo & Thea 's Creatief met Kurk”. En inmiddels 'volwassen geworden denkt zij nu, dat kan ik ook! Ik, Marjolein Faber, ben “Creatief met Staatsrecht”


Tweedens: “Creatief met Staatsrecht” heeft consequenties..


Jarenlang heeft Geert Wilders met zijn PVV de kans gekregen om onze parlementaire democratie dramatisch uit te hollen. Onze democratie verkeert daardoor heden duidelijk in een crisis.

Geen nood,wij passen de noodwetgeving daarop toe. Want als dat op de 'asielcrisis' kan, dan kan dat natuurlijk ook op de 'democratische crisis”.

Dat betekent – Meneer Wilders, wen er aan ! – dat de PVV 'als partij ,'die substantieel en continu de democratie ontwricht', verboden wordt .


Dus...eigenlijk moeten we mevr. Faber voor haar marjoleiniserg van ons Staatsrecht dankbaar zijn .


zondag 8 september 2024

Max Verstappen

 

De Wagenmenner



Ooit zal ik, Max Verrstappen

op het circuit van Zandvoort

de bocht uit-

vliegen

& over de kop! Brandend! 


Dan zal ik moeten revalideren

(lang)

in mijn homeland, in Valkenburg aan de Styx


Met de Gouverneur van Limburg

dagelijks aan mijn bed

bij wat er van mijn b o t t e n rest...


want

                   Formule I is Liefde!


                 Liefde is een t A U T O logie !


En dan is er ook nog die storing

in mijn gezichtsvermogen...


Scrollt mijn linkeroog de Ilias

scrollt mijn rechter-

de Odyssee!


Zuster Heleentje, wil je met mij paren?


Met mijn zaad is niks mis!


Ons kindje wint de Grand Prix van Troje...


Read my broken lips!









zondag 25 augustus 2024

Oud naakt

 



Ooit sliep ik met Pomona de Herfstgodin

de rondborstige met de rode appelmond

met altijd in haar roestig henna haar

een Dahlia


En ook paarde ik met Hera de Koe-ogige

de echtgenote van toppoliticus Zeus-Jupiter

(een Zwaar Verboden Liefde !)

de Grande Dame van het Binnenhof


en met Circe, de roodharige wicca

'voor wie alle mannen varkens!'

# Me too!


Resst.. Aphrodite!


Helaas, Zij houdt enkel van cougar boys

de Lustvolle!

Ik ben voor haar Oud Naakt!


Dus keer ik honkvast terug naar Ithaka

naar Penelope

de trouwe moeder van mijn enige zoon


Telemachus


die mij bemint...





vrijdag 23 augustus 2024

Burmanstreet Blues

 





Burmanstraat, waar Mickey Mouse in Bermuda-broek

uithoort Beatle-

platen

door termieten aangevreten. ( en Koot & Bie).


Uitlaat

Pluto / tussen de uitlaatgassen /Ras-

bakkenhond aan een raffia gevlochten riem


O, Walt Disney- Zestiger Jaren

eens verstommen jullie / bespringt ons

Dolle BalseMina / alsook de God van Suriname


( een platina alligator, gekooid in het souterrain

& elke babyroze avond

coïtus…)


O, MONDO COCAINE!

zaterdag 3 augustus 2024

Een LHBTQIA+ - Sprookje -avant la lettre

 

De Mooie Wasvrouwdochter



Lang, lang geleden toen Limburg nog niet tot provincie gedegradeerd, was het een hertogdom. En daarvoor, toen het nog niet tot hertogdom was gedegradeerd, maar dat weten nog maar heel weinigen, was het een heus koninkrijk.

En dat nu geheel vergeten imperium strekte zich uit van het graafschap Antrim in het huidige Ierland tot de mark Pommeren in het huidige Duitsland. En de hoofdstad van dat immense Limmerijk_ waarvan de specifieke vorm van poëzie, de zogeheten Limerick, nog steeds springlevend is … - was Maastricht.

En daar woonde in de Bouillonstraat een arme wasvrouw met haar mooie zeventienjarige dochter, het product van één liefdesnacht met een Luikse soldaat, die de volgende morgen al spoorloos verdwenen bleek. Alleen zijn blauwe tuniek had hij inderhaast achtergelaten. En die lag nu bij de wasvrouw als ‘duurzaam’ liefdessouvenir onder haar ledikant.

Ach, wat waren ze arm, de wasvrouw en de mooie wasvrouwdochter, die Hijzij was gedoopt!

Dag en nacht schrobden en wasten zij getweeën de garderobes van de Maastrichtenaren aan de oevers van de Maas, maar de dames werden er geen cent wijzer van. Want voor al hun harde labeur verdienden zij nooit meer dan het dagelijks brood, en dat nog karig ook.

Ach, moeder’ klaagde de dochter in onvervalst Maastrichts: ‘We schrobben en schrobben maar de kleren van anderen, en zelf hebben we geen fatsoenlijke draad aan ons gat..., ik heb er schoon genoeg van. Ik wil wel eens wat anders.’

Wat zeg je!.’ zei de moeder ‘Iets anders?. Maar kindje toch, in het hele koninkrijk heerst grote werkloosheid! Als de mannen al nauwelijks werk hebben, ... wat willen wij vrouwen dan helemaal? Wees blij dat we te doen hebben, al is het zwaar, en brengt het weinig op.

Kom, kind, schrobben, dan zijn we nog klaar voor het donker ... ’

Moeder, ik heb nagedacht … weet je waar altijd wel een job voorhanden is ... bij het leger! Want het is altijd ergens wel oorlog ... en als het geen oorlog is, dan worden toch de soldaten niet afgedankt, want dan dient het leger de Vrede door Afschrikking ... dat is officieel NATO-standpunt ... ’

Hou toch op met die zottepraat, Hijzij ... ’ jammerde de moeder:”…Hoe kun je nu als vrouw soldaat worden?! Schrob, zottin, schrob, dan zijn we nog klaar voor donker!’

Moeder, luister, ik heb nogal platte borstjes en een jongensachtig figuur. Als ik nou eens de tuniek van vader aantrek, m’n haar kort knip, en een snor grimeer boven m’n bovenlip ... ik geloof vast en zeker dat die ronselaars in het Gouvernementsgebouw erin tuinen, ze zijn daar toch meestal halfzat ... Moedertje, dan betalen ze me ‘n traktement van zes zilveren daalders, en die geef ik dan aan jou, dan kun jij het wat kalmer aandoen. ’

Hijzij, nou hou je op … Wat ben je me voor een dochter! Een vrouw willen zijn in mannenkleren! Stel dat meneer pastoor dat allemaal ter ore komt .. En nou schrobben, schrobben, want het is al bijna donker ... ’

Maar Hijzij stond de volgende ochtend heel vroeg op, knipte haar prachtige haar af, tekende een snor onder haar neus, en trok de tuniek van haar vader over haar borstjes, en begaf zich naar het Gouvernementsgebouw.

Nog diezelfde middag exerceerde ze al mee in het leger van de Koning van Limburg alsof ze het altijd al gedaan had.

Nu had de Koning van Limburg, en zo hóórt het in sprookjes, een huwbare dochter, bloedmooi , en zo hóórt het in sprookjes.

De prins van Pommeren was al eens langs geweest, en ook de prins van Wales en ook de prins van Monaco en nog een hele zwik van zulke edele jongeheren. Maar de prinses had ze allemaal afgewezen. Ze wilde ze niet!

De Koning van Limburg was de wanhoop nabij, want de prinses was zijn enige kind. En als het zo doorging dan stierf straks zijn geslacht uit, en wat moest er dan, och arm, van het koninkrijk Limburg worden?

Kindje ... ’ riep de Koning: ‘Het kan me langzamerhand niet meer schelen of het een echte prins is of een Pieter van Vollenhoven, maar trouwen zúl je ... Desnoods één van mijn soldaten!’

Want op dat moment marcheerde juist het regiment Limburgse Jagers - waarbij Hijzij was ingedeeld - onder het balkon voorbij, waarop de Koning en de Prinses van Limburg de jaarlijks Parade stonden af te nemen. en het regiment zong uit volle borst: ‘Waar in ‘t bronsgroen eikenhout ... ’ en het mooist van allemaal zong - alsof ze een nachtegaaltje in haar keeltje had – Hijzij ! Uiteraard, want dat was tenslotte een sopraantje.

En het geschiedde dat de blik van de radeloze prinses viel op Hijzij. En het viel haar op dat Hijzij veel zachtere gelaatstrekken had dan de andere soldaten, en ook een veel ranker postuur, en het geschiedde dat zij op slag verliefd werd.

O, vader’, zei de Prinses: ‘Als het dan persé moet, huwelijk mij dan uit aan die achterste soldaat daar, die met die blauwe tuniek aan. Die wil ik wel’.

De koning liet Hijzij onmiddellijk naar boven sommeren en sprak:

Soldaat, jij huwt nog deze week mijn dochter, wat zeg je me daarvan?’

Hijzij zei niets! Trouwens voor ze boe of bah kon zeggen, moest ze hand in hand met de Prinses het balkon op, en cheese lachen voor de fotografen!

Veertien dagen lang werd er vervolgens feest gevierd in Maastricht - een feest waar ze daar nog van spreken, en dat wil wat zeggen, want ze weten daar van wanten - en toen mochten, nee, moèsten, de prins en de prinses zich terugtrekken op Chateau Neercanne, om zich aldaar geheel en al aan de liefde te wijden.

Maar na negen maanden had de prinses nog steeds geen bolle buik. En ook niet na zestien. En ook niet na eenentwintig!

Hoorndol werd de koning ervan, en in de vierentwintigste maand, toen er nog alsmaar geen verandering in de taille van de prinses viel te bespeuren, nam hij haar apart.

Zeg eens, meisje, niet om het een of ander ... maar hoe zit dat ‘s nachts met jullie?’

O, pappa, ik ben zo gelukkig met Hijzij ... we hebben elkaar zo lief ... Hij neemt me in z‘n armen en knuffelt me en leest me poëzie voor ... en al die smerige dingen waar jij het over had, wippen, rampetampen, neuken ... dat doet ie allemaal niet ... O, ik ben zo gelukkig met hem, het is een echte Prins! ’

Potverdulleme dacht de koning, heb ik me daar een homo ludens als schoonzoon aan de haak geslagen! Ik moet die vent kwijt, en wel zo vlug mogelijk, dan kan mijn dochter nog met een ander trouwen, voor ze verlept.

Nu herinnerde zich de koning uit het Groot Joods Sprookjesboek, geheten de Bijbel, waaruit hij in zijn jeugd vaak tot vervelens toe was voorgelezen …het verhaal van koning David en de vrouw van Uriah … Die koning David had die prachtvrouw, Bathsheba geheten, eens naakt zien baden ... en toen moest en zou hij haar bezitten! Als een president Kennedy avant la lettre een Marilyn Monroe avant la lettre. Zo ongeveer..

Hij maakte Uriah opperbevelhebber van het leger en stuurde hem op expeditie naar de Filistijnen - Palestijnen waren er toen nog niet, laat staan een Gazastrook - met veel te weinig soldaten.

Uriah sneuvelde prompt en dat was ook de bedoeling. En David kon vervolgens de vrolijke weduwe ongestoord bespringen.

In die zin besloot ook te handelen de plots o, zo bijbelvaste koning van Limburg.

Hij riep zijn schoonzoon bij zich en zei: ‘Genoeg gelanterfanterd, schoonzoon … Ik benoem je bij dezen tot opperbevelhebber van de Limburgse Jagers en je gaat gelijk maar op expeditie ook ... Achter de bossen van Luik ligt een stad waar in geen honderd jaar iemand is geweest, want dat is de stad van de managers oftewel de menseneters … die hebben al sinds jaar en dag het Kruis van de heilige Odilia van het Kruis van ons te leen, en ze geven het maar niet terug ... Hier heb je twaalf dappere mannen ... ga heen en breng me dat kruis terug.’

Best, schoonpapa’ zei Hijzij, en hij ging met zijn soldaten op weg.

Na veel omzwervingen en ontberingen, zoals dat in sprookjes behoort, kwamen Hijzij en de soldaten eindelijk in de stad van de menseneters aan.

Die liepen te hoop bij de stadspoort, want omdat iedereen de managers of de menseneters vreesden, hadden die menseneters al sinds honderd jaar geen mens meer gezien - en zo was ook de praktijkkennis die je moet hebben om mensenvlees vakkundig te kruiden en te braden geheel verloren gegaan. Ja, zelfs de trek van de menseneters in mensenvlees was er niet meer. Ze hielden nu meer van varkenslapjes. Die schijnen trouwens niet zoveel anders te smaken.

Dat vinden we nou eens leuk, dat jullie langs komen!’ zeiden de menseneters: ‘Want hier komt nooit eens iemand! Waarmee kunnen we jullie een plezier doen?’

Nou, geef ons maar het kruis van de heilige Odilia van het Kruis mee naar Maastricht’ zei Hijzij: ‘Als het niet teveel gevraagd is, natuurlijk!’.

Helemaal niet, ‘zeiden de menseneters: ‘Graag juist! W zijn dat kruis juist gráág kwijt, want het is hier een enorme sta-in-de-weg.’

En dat was ook zo. Het kruis was namelijk vier meter hoog en zwáár verkoperd.

Zo kwam het dat de soldaten al halverwege het Luikse bos doodmoe waren en bovendien al hun drinken hadden opgedronken en Maastricht was nog ver. En, o, o, ze hadden zo’n dorst, en honger ook, en dat vervloekte kruis drukte en drukte maar op hun schouders! Maar wat was dat? Plots roken ze een allerverrukkelijkste bouillongeur tussen de bomen.

Die kwam van de soeppot van de Heilige Eulalius van de Luiker Bossen ... die zat daar al veertig jaar onophoudelijk op een open plek te bidden en te vasten, en zijn mager karkas te slaan met een karwats ter meerdere glorie Gods.

En uiteraard, dat spreekt haast van zelf, moest heilige Eulalius niets van vrouwen weten. Nee, het was niet zomaar een amateur-asceet, die Eulalius, het was een hele erge - één voor het Guinness Book of Records.

Deze ueberheilige dreef z’n ascese zelfs zover, dat hij zich overgaf aan het hongeren uitsluitend náást een pot geurige bouillon - zodat hij het maar extra moeilijk zou hebben! Geen wonder dat die Heilige Eulalius van de Luiker Bossen over grote wonderkracht was gaan beschikken.

Maar de soldaten waren door het dolle heen van de honger en vooral van de dorst! Zij ploften het kruis van de Heilige Odilia van het Kruis in het struikgewas, en stormden de open plek in het bos op, alwaar de Heilige Eulalius zich te versterven zat - en in een mum van tijd was diens soepje helemaal opgeslurpt. Hierover stak de heilige, zo wreed in z’n recordpoging ‘Versterven’ verstoord, in helse woede, en hij vergat geheel en al dat hij een heilige was, die alle leed hem aangedaan met vreugde dient te dragen en ook zijn wonderkracht slechts ten goede mag aanwenden en hij riep uit… …want, zoals wij hierboven gezien hebben in de denkwereld van de asceet is de Vrouw het allerergste wat er bestaat:

Jullie slechte mannen, ik wil dat jullie allemaal voor straf van geslacht veranderen!’

De twaalf soldaten bemerkten plotseling dat er op hun borstkassen fraaie zwellingen ontstonden met roze tepeltjes erop, en tegelijkertijd dat voorheen hun grootste schat, namelijk die tussen hun benen, totaal verschrompelde …

Maar bij Hijzij ging het natuurlijk precies andersom! En toen Hijzij thuis kwam, dook hij gelijk met de prinses in bed, en prompt negen maanden later werd er een tweeling geboren, een Hij en een Zij.

En ze leefden vast nog lang en gelukkig.

Maar dat van dat Koninkrijk Limburg, dat is voorbij , en o, voorgoed voorbij . Misschien komt er ooit nog eens zoiets als Republiek Limburg en mogen de Limburgers hun eigen Gouverneur- generaal kiezen, wie weet. ..