Klein Nymphion, waar vrolijke mysteriën
zich giechelend verborgen
tussen de okeren stengels van wiebelende nylons
Bladgoudvlees
van gulzige Rubensschilderijen werd er tastbaar
Blouses weken er, als de Leliën des Velds, teder
Klein Nymphion, achter ’t hete, dronken glas
van je broeikassen van zolderkamers
lachte Liefde’s roze kalebas
Klein Nymphion, ik druk de tepel van je deurbel bevend in
Ach, ik, hond van Pavlova, een lampion van vreugde
luid & rood & dwaas onder aan m’n buik!
Popelende
rozen doen mij open
Poedelnaakt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten