Buiten adem. Gekleed in gouden trui, en verder niets
de bewondering van het Parijse volk
bewasemt nog de lotus van mijn schoentjes
(alsook de hibiscuskleurige steenpuist op mijn zitvlak…)
Ik heb zojuist de Tour de France gewonnen!
Ach, zie de hogepriesters van weleer: Fausto Coppi
en Bartali en Louison Bobet droef bewegen
tussen de colonnades van hun spieren! Hoor
de forse tubes van hun adamsappels, de stopwatches
van hun Latijnse stemmen!
En zo ook komen de clown Hassenforder, de klimmers
Kubler & Koblet
de haarspeldbochten op! Massieve heupen wiegen
als vee dat door de Ganges waadt. Ter slachting!
Als fans van Dionysus in een reidans zo dronken
van de zon
tuimelen
ze
van de Pyreneeën af
op het altaar van hun verblinding
de machtige perziken van billen stevig op elkaar!
Maar niemand treedt tot de middaghitte
van de roze kopgroep toe, ondanks het vurig smeken
de dauwdruppels op hun pioenrode wangen
Wij, de Vedetten, sparen onze krachten voor de Eindsprint!
(uit: Manuel Kneepkens, Tuin van Eetlust, Amsterdam, 1976)