En zooals ik nu zwijg
zoo zweeg er op aarde nooit een
Piet Paaltjens
De dag dat
ik moest afstuderen, sneeuwde het
het uur was
vroeg
& ik in
rok _ zoals Behoorde . Ik slaagde! Zowaar!
Café
“L'Esperance” was nog niet open
wel “Ali Baba” op de Witte Singel
Van de
veertig rovers bleek iedereen vertrokken
richting:
de nacht van gisteren
Mij restten
toen enkel Jan, Piet & Klaas¹
die mij
begeleidden terug naar de Hoogewoerd
waar ik het
rokkostuum uittrok
terwijl het
sneeuwde, alsmaar sneeuwde
Gingen we
naar Camera, de bioscoop aan de overkant
waar ik
trakteerde op de film ‘Casino Royal’
een laffe
James Bond
‘s avonds
kwamen mijn ouders aan
hélemaal
uit de Mijnstreek
:"
Waarom heb je je rok niet aangehouden, jongen?"
(Moeder)
(:"Ma,
we zijn hier niet aan boord van de Titanic...")
:"Wat
ga je nu doen?"
(Vader)
Wat moest
ik antwoorden? Het cliché?
‘Dat de
Maatschappij een héle
héle kille was
en dat ik mij er nooit, nooit in thuis zou voelen... ?’
O,
rokkostuum van het zwijgen – naaktheid van het woord.