Vanmorgen
na het lezen van de ochtendkrant
aan het ontbijt
besloot ik
om uit solidariteit het leven
van een Palestijnse hongerstaker
te imiteren
maar dat niet langer dan tot half een
want dan moet ik lunchen
Kosjer uiteraard!
Vanmorgen
na het lezen van de ochtendkrant
aan het ontbijt
besloot ik
om uit solidariteit het leven
van een Palestijnse hongerstaker
te imiteren
maar dat niet langer dan tot half een
want dan moet ik lunchen
Kosjer uiteraard!
Uw vlees, mevrouw Liefste, nadat het in Zuid-Amerika
groots is opgeslagen in een koelcontainer
' een torso, zogezegd, rechtstreeks uit de pampa'
is vervolgens vervoerd
op een mega-vrachtschip uit Montevideo
over de Atlantische oceaan
naar Rotterdam
Waar het homp na homp
door driftige slagersmessen is bewerkt
(steeds profijtelijker behapbaar!)
Zie, mevrouw, hoe uw aldus vakkundig bewerkt karma
zich vervolgens heeft gevleid in de metalen minzaamheid
van mijn supermarktkarretje
‘te consumeren t/m 4 oktober 2020’
zo staat er op uw plastic bruidsgewaad
Geliefde, u bent over tijd!
’s Ochtends vroeg roeit zij Rotterdam uit, de Rotte
aan weerszijden( water)fietsers
elk met zijn eigen rietkraag achterop
en hier en daar een hengelaar, broos loerend
onder de stilte van zijn weerspiegeling
naar brasem ,voorn, snoek
Zie, hoe zij ons toewuift in het voorbij gaan
Plezierroeister Rotte
vanuit haar spiegelbeeld
waarin nu plotseling passeert, ondersteboven
een zwaan met opgestoken zeilen
een statig VOC-schip uit de Gouden Eeuw
en ook een hedendaagse moedereend
met jonge badeendjes, luidkeels
(plastic) kwekkend – een hele bakfiets vol
En hun vader, Yup-meneer de Woerd
verdiept in vakblad Donald Duck
en ambtenaar Meerkoet, richting Coolsingel
èn een typisch Rotjeknorse foeteraar
die almaar ‘Fuut!’ zegt:’ Fuut! Fuut! ’
of is het “Fuck! Fuck! Fuck! ”?!
zò ontevreden met de maatschappij !
zo roeit de Rotte naar de horizon
en heen en terug …!
want… zij, de Rotte, is het smoel van onze stad
Want wat zou Rotterdam zijn zonder de Rotte?
.Manattan zonder Twin Towers (volgens Woody Allen...).
Niets dan een skyline aan de Maas !
Jij, bijna mystieke vogel
blauwachtig groen je rug, je buikzijde purper
je staart
alle tinten van de regenboog
Om je verenpracht aanbeden door de Azteken
wier god Quetzalcoatl was, heerser
over de wind
Slechts de allerhoogsten van de stam
mochten je verentooi, kostbaarder
dan goud of edelstenen, dragen
Zij, de Azteken trokken je enkel èèn veer uit
en lieten je dan weer gaan
(opdat er een nieuwe aan je lijfje aan kon groeien…)
Maar in onze dagen wordt je domweg omgebracht
- de Haute Couture heeft je te zeer lief...
vooral je veren … -
tot hoog in de bergen van Costa Rica
waar je nestelt in boomholen
angstig
een, twee groenblauwe eieren bebroedend
Quetzal
waarom toch is alle Schoonheid
zo kwetsbaar?
Het Spel van het Woord
God scrabbelt niet…
vrij naar A. Einstein
Een Gedicht vroeg om een dichter
Zinnen, schoorvoetend van pijn
Zalen vol woorden, vuil
& vooral stokoud
Het stonk er, oorverdovend
naar braaksel, ether & lysol
Ik kom, schreef ik
om te beginnen
Versleten metaforen
schrobde ik de lendenen
Blinde homoniemen
verschoonde ik het ondergoed
Patiënte Schoonheid had haar gezicht verbrand
Vooral hààr wilde ik tot plastische chirurg zijn!
Tenslotte had ik ze allemaal, al mijn woorden
op een rij
Een voor een zoenden ik ze op hun kruinen
Vaarwel
Helaas. Nauwelijks het Gesticht uit,
hoorde ik ze GILLEN
Dokter Dichter! Dokter Dichter!
Is het (drieletter) Woord, dat ontbreekt
G O D?
Kon ik opnieuw ******* beginnen!
De Revalidant
Montezuma, ik moet u wat verklappen
Ik, Keizer Maximiliaan
vloog in Zandvoort uit de bocht!
En over de kop!
Nu moet ik een jaar lang revalideren
in homeland Limburg, in Valkenburg aan Zee
De Gouverneur zit er dagelijks trouw aan mijn bed
(bij wat er nog van mijn botten rest...)
Want
Alleen wie mij liefheeft, kan van mij houden!
Liefde is een tAutologie!
En dan is er ook nog die toenemende storing
in mijn gezichtsvermogen
Leest mijn linkeroog de Ilias, doet mijn rechter de Odyssee!
Zuster Heleen, wilt u een kind van mij?
Mijn zaad is nog O.K!
Zij, de Verpleegster lacht Homerisch
Zij komt uit Bocholtz- Simpelveld
Ik kom toch uit geen gekkenland vandaan!
niet uit Troje!
Hij draafde met ons mee
tussen kasteel Oost en kasteel Schaloen
langs de Geul, zijn tong uit de bek
een Husky voor vakantie & geluk
trouwe compagnon bij al onze wandelingen
Boerderijen meed hij met een grote boog
Daar blaften woeste collega’s
tuk op territoriumdrift
Maar na zo’n grote, slinkse bocht
kwam hij altijd weer bij ons terug
en danste om de benen van de kinderen
die van ’m hielden, zoveel
als een mensenkind
maar van een wolfskind houden kan
maar de zomervakantie raakte voorbij
we moesten terug naar de Randstad
We lieten hem achter met zijn ijsheet geblaf
de poolhond van ons geluk
bij zijn boerenbazin
Op de kamer van mijn jongste dochter
vergeelt zijn foto
naast die van haar kanarie
‘ Jodoco
Meester-Flierefluiter
begaven in onze stadstuin. Allang
Vincent
van Gogh
Hij
schilderde de raven in het koren
zo zwart
als het koren
onheilspellend geel
dat je die krengen als het ware “Corax!
Corax!”
in de verf
hoort
krassen
Maar dat was hem onvoldoende eenzaam
Toen
schilderde hij een bed zo vol leegte
dat niemand daarin liggen
wou
Zelfs hijzelf niet
Ook dat bleek onvoldoende
suïcidaal…
Toen, in zijn wanhoop, sneed hij zich een oor
af
Het wordt eentonig. Het hielp niet
Vervolgens schoot
hij zich met een revolver
door de borst…
Nu
moest hij toch eindelijk…
Maar
nee…
Niets helpt
tegen de Onsterfelijkheid, Vincent!
Willink
Barricaden
op een schilderij van Willink
met als achtergrond de P.C.
Hooftstraat
zouden gruwelijk misstaan
Tussen de
antiquiteiten, de Gouden Eeuwse
& de klederdrachten van Fong
Leng
tenzij als Hemelbedden vol Faunen, Draken
en/of
beladen met een rococo dienblad
Melancholie
in
porseleinen mokkakopjes
Ach, hier schrijdt zij Gekleed, ’t
Gouden Viswijf
in fiere naaktheid
de
Revoluutsie
vermomd
als Willink’s favoriete ledenpop, hoog
op cothurnen.
Achtergrond:
Pompeji
Barricaden
daarentegen,
als Dames, overrijp, hartelijk
voor Siamezen / minnaars,
spleetogig
fors overspelig (een Persianer Lam als
echtgenoot…)
Ja, die zouden niet misstaan
in
een P.C. Hooftstraat, brocaat van bloed!
Rothko
Grey,
Orange on Maroon 60/8
De
schilder zit vast in zijn schilderij
_ ik loop bij hem binnen_
te
veel oranje, zegt hij
te veel sinaasappel! Was ik maar een
dichter!
Wat een impasse! Ik ga terug naar mijn Stilte
het
Museum , waarvan ik hoofdconservator ben
Hoe kan ik, mijn vriend
de schilder helpen?
Ik dicht een regel over sinaasappelsap
en
nog een
over het gebruik van ORANGE in Vietnam
Het is Jaren
Zestig
tenslotte
is het gedicht klaar
Haast ik mij
over
42nd Street
terug
naar het atelier van Mark Rothko
Heeft
hij inmiddels het absolute benaderd
met één enkel
laagje
Grijs
De
kleur van rottende haring
zegt hij, dat past bij al dat
Oranje!
Heeft hij het doek aan The
Dutch
verkocht
aan het Boymans
in Rotterdam
En het Maroon
dan, zeg ik, en het Maroon
dan?
You moron!
Zelfmoord is nu onvermijdelijk
De
schilder slaat de hand
aan
zijn penseel
(Vrij
naar Frank O’Hara, ‘Waarom ik geen schilder ben’)
Picasso
De Minotaurus
is een liegbeest uit Kreta
Vraag
maar aan Pablo Picasso
Die
tekent ervoor!
Kreta,
waar de zon beroert
de
baarden van lachers, drinkers
minnaars,
uitbundig!
En
zo ook tuimelen, vlak langs de kust
over
elkanders snuiten
de
dolfijnen, de Vrolijke Broers
van
de Kretenzen, plukkers van sponzen
die
duiken, met open ogen, verwonderd
langs
wuivende zeeanemonen
&
van Nautilusschelpen het glanzend paarlemoer
Helaas,
dàt Kreta
is een Kretenzische leugen
het
ontkent, doodskoppig, de nachtkant van Kreta
(en
van Picasso)
het
(kubistisch) labyrint van het monster Minotaurus
aan
wie ik wilde ontsnappen
ik
I
C
A
R
U
S
een
zonnige jongen met vleugels / van was
Lucebert
‘Alles
van waarde is weerGAloos’
Waarom
zijn wij Beeldend Kunstenaar ?
Om
in eenvouds verlichte wateren
niet kopje
onder te
gaan!
Het
gaat ons immers om Schoonheid
Maar
Schoonheid heeft toch haar gezicht verbrand?
Ach,
een schroeiplekje, hier en daar
voornamelijk
op de linkerwang… So
what!
Zie
beeldende kunst liever
als Poëzie,
voortgezet met andere middelen …
een
ordeverstoring van verf
aan
de horizon
van
deinende VOC-schepen, bv.
bolle
zeilen blanke almacht
sepia
geteerde bruiden van de Borobodoer…
(Zinkt
daar Gods Vlaggenschip op de rede van Batavia?
Wat
een macaber, vuurrood visioen!)
Ai!
Lucebert …door jou gaat zelfs ons zien
naar
de stilte van ‘de visser van ma yuan’
van
Au!
.
Utrecht
Naar
straten achteraf, ver van de Dom
Geen
hond dan blind verlangen
Nu
moest het gebeuren. Hier in de Homerusstraat
Maar
wat? De landing van een UFO?
Moest
het asfalt scheuren? Ging Helena van Troje
uit
de doden opstaan? Zinloos wachten begon
Toch,
die avond
in
het verregende Wilhelminapark, was het
alsof
mijn mond door een volmaakter mond
gekust
werd
“
Menelaos!” fluisterde ze: “Menelaos!”
Maar
nergens Dame Helena, goudblond, uitgelaten
met
de Trojaanse halsband los…
onder
de jade
regenschermen van de rododendrons
enkel
het druppelen van de eeuwen…
als
in het Urinoir
stinkend
naar de Jaren Veertig
van
de dode(n)hand
van
Pyke
Koch
Frida
Kahlo
Moét
al mijn papegaaien doden…
De
onverlaten imiteren immers alsmaar
de
duistere Stemmen in mijn hoofd!
Met
name de bulderende Stem van Diego Rivera
de
muralist,
haar
echtgenoot & communist
een
stem, die haar verplettert als een tram
maar
ook de dunne vlasbaard-
stem
van Trotsky
Zij
ontving hem in haar huis en in haar armen
een
vluchtige liefde – een liefde voor een refugee
Een
geheim agent van Stalin zal, jaren later
hem,
Leon ‘Lev ’ Trotsky, de schedel inslaan
met
een ijsbijl…
Dit
is een Zang van Pijn & Dood
Ik
wil geen Mexicaanse papegaaien in mijn hoofd
en
ook geen (verbleekte) slogans uit de Vierde Internationale
En
een met bloed bevlekte ijsbijl zeker niet!
Ik
wil een vrouw zo Mozart- Tover-
fluit
Papagena
! Papagena!
dat
ze me van m’ n verstand berooft!
Niks
Koppie Krauw!
¡REVOLUCIÓN!
Liebestod
met
Frida Kahlo
Moesman
Utrecht,
een paarlemoeren droom
waarin ik, asielzoeker
wankel
rondfiets
langs de Dom & het urinoir van Pyke
Koch
Sindsdien schrijf ik je
vanuit mijn
onderduikadres
onder de Melkweg
(Maliebaan 38…)
Onder
je soepele banden, Gazelle-achtige
splintert mijn hart
als een
Ethiopië van kristal
Antwoord, Circe, op
Volksbondpapier!
Rij niet langer naakt rond
op een
(ontvreemde)
Fongers
Geeft meneer Moesman
haar
fiets
terug!
En
mevrouw Moesman
zijn viool!
De
Tekenlerares
Tussen
de raamkozijnen, leeg van september
van het Tekenlokaal
achter
de vitrages vol sproeten herfstzon
zie ik de schim van haar
pas
d’une
langs
de wand met de Klassieken
Rembrandt,
Vermeer, Titiaan
naar
de wand met de Klassieke Modernen
van
Gogh , Mondriaan, Picasso
en
heen en terug…
Mijn prima
donna dansend
op
(onzichtbare) rode
schoentjes
als op de derwisj-
muziek
(onhoorbaar)
van l’Oiseau
de Feu
van Strawinsky
Als was ze ooit
de minnares van Amedeo
Modigliani
die haar naaktheid
afbeeldde,
als èèn
ondoofbare
vlam…
Vannacht
in een droom was ze plots in mijn bed
in het piepklein Mickey
Mouse-
broekje
dat ze uitdoet, alsmaar uitdoet
in Woody
Allens laatste (?!) film
‘Midnight in the Hades‘
Hockney
Waar
zijn hier de naakten die elkaar
de suntanned lijven
kusten?
Verlaten
ligt
het terras van minnaars
Campari slurpt enkel nog de ondergaande zon
“
Boys, o, boys
wie
badmeester Nazomer’s fluitje
opduikt
mag
heel de Augustusmaand gratis…”
September
valt
over de zwemmers van toen, de lachers
de
duikers… over hun klaterende torso’s
de
ogen vol chloor
in
’t blauw
van
’t diepe
Spiegelend
leegte
Betegeld
niets
Hiroshige,
Mon Amour
Wanneer
zijn de mensen in Japan op hun menselijkst?
in de regen! Onder hun paraplu’s …
Wij,
Hollanders toentertijd op Decima
waren
barbaren in hun ogen
Zij
later, in de 20e eeuw
in
de onze
Heren
Zeventien
weg
met die VOC-mentaliteit!
Doe
als Winnie de Poeh
zoek
hoger honing
bv.
in de stilte van de Hiroshige-prent:
de
plotselinge regenbui op de Shin Ohashibrug.
Omdat
het daarop regent … regent … regent…
als
in de betraande ogen
van
je teddybeer van vroeger
omdat hij nooit kind mocht zijn….
of
desnoods Hirohito …
-
Hoor , het verre, vilten dreunen van boots on the ground
Is het dan altijd Neurenberg en Tokio
in
dit rijk van speelgoedrobots ?
Grandma
Mozes
Aan
een huis in Kaalheide schitterde een mozaïek
In
heel die grauwe volksvallei, altijd vol wasgoed
mijnvuil
alom
alleen
dit ene blinken: de
leliën des
velds
in
scherven aardewerk , potsierlijk
Art
Brut!
Een Naïef?
Ach,
zoveel honderden kompels gezien in mijn jeugd
op
weg naar de Staatsmijn Wihelmina
zwart
rond de ogen. Altijd met een pet op
Misschien
was hij serener, mijn mijnwerker Outsider
misschien
ging hij onder een Borsalino
alsook
met een witte anjer in ’t knoopsgat
Prins-van-geen-Kwaad
de
duisternis van de nachtschicht in
Geloof
je dat? De Staatsmijnen in Limburg
als Beloofd
Land
door
Grandma Mozes geschilderd…
op
maandag. Wasdag. Eeuwig
herbegin…?
Hoe
naïef !
Er
was geen mozaïek in Kaalheide!
Nijntje
Manuel
Kneepkens
Tussen
mijn bonzend hoofd en het donzen jouwe, Miss Nijntje
heb ik een
luxe nachttrein gedroomd
voorgoed op weg naar het Zuiden
waar
Venetië ligt aan gene zijde van de spiegel
in een matzilveren
waterbed samen met godin Aphrodite
koerend als een postduif op het
San Marcoplein
Ga gerust slapen, Lady
Bunny
en
wordt morgenochtend naakt naast mij wakker
tussen (lege) flessen
Champagne & restanten witte confetti
als
centerfoldgirl,
zonnebankbruin
- in je onderbuik
een
koperen nietje-
in het Playboynummer van jongstleden
Oktober:
Miss Slachtmaand ...
wat neurie je
Singin’in the rain?
Peace in our Time?
Bruid Nijntje , jij, met je aanminnig coke-neusje
nu voorgoed
van je vachtje
ontbloot …
Vanuit de hemel
Geef Ons Heden Ons Dagelijks (Brood-
nodige)
lijntje
Eeuwige Jeugd!
Botero
Op
mollige zomeravonden
als
de familie van Botero tot zich nam
een
heel speenvarken, diverse limoensalades
&
patatas negras
en
toe:
coupe Dame
Blanche met
fors slagroom
&
de machtige mangotaart & pralines, Belgische
&
cognac in grote bellen
dan
deinden zij, de tantesvan Botero, als pioenen
als
zwaargassige, roze ballonnen
op
de golfslag van hun lacherigheid
In hun
massale borsten koerde hoorbaar Eros
Tenslotte
namen zij dan, stomdronken, afscheid
en
van elke Botero wiegde
het
romig achterwerk koket weg in de nacht
God
van de Obesitas, die nacht sliep je
Tantaliserende
dromen
van eeuwige Tante-lust
ten
prooi! !