Aan het bestuur van de
Schrijversvereniging van de Bezige Bij
Voorstel tot
conflictoplossing zake de Zaak Abu Jah Jah
Op 9 Mei a.s. staat
de schrijversvereniging van de Bezige Bij
voor een ‘onmogelijke’
opdracht
In feite worden de leden van de Vereniging geacht te
debatteren inzake een boek dat nog niet eens geschreven is. Wel is over dat
komende boek een contract getekend met Abu Jah Jah door de directie van de
Bezige Bij.
Abu Jah Jah is een controversieel persoon, die sommigen
onder ons, de schrijvers Möhring ,
Durlacher en De Winter met name, wegens uitlatingen in het verleden voor een anti-semiet
houden. Die hoort dus niet thuis bij de Bezige
Bij.
Aan de orde is echter niet het al dan niet lid worden van Abu Jah Jah van onze vereniging.
Want dat zou zonder meer niet kunnen. Hij voldoet immers
niet aan het
aan hèt criterium voor lidmaatschap: er moeten van minstens twee publicaties bij
de Bezige Bij zijn gedaan.
Het gaat dus over het komende boek en de vermoedelijke
inhoud daarvan.
De schrijvers Van Reybrouck en Hertmans stellen dat het om ‘jeugdzonden’
gaat. Dat Abu veel genuanceerder is geworden, en dat hij een
belangrijke
en antiradicaliserende rol speelt bij het integreren van jonge
Moslims in de Belgische samenleving.
Mijn voorstel is laat Abu Jah Jah dat boek schrijven. Het is
niet de eerste keer, dat de Bezige Bij een controversieel boek uitgeeft en
bovendien het contract is al getekend
Pacta sunt servanda.
Maar …laat de tegenstanders inzage krijgen in het manuscript, als het er eenmaal is, en… geef ze tijdig de gelegenheid om een Weerwoord
te schrijven. Een Antwoordboek. Dat
kan dan met of kort na Abu’s boek uitgegeven.
Aldus wordt de vrijheid van meningsuiting geëerd en het maatschappelijk debat bevorderd.
Een en ander zal niet onopgemerkt blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten