dinsdag 3 mei 2016

De Zaak Abu Jah Jah

Aan het bestuur van de  Schrijversvereniging van de Bezige Bij


Voorstel tot conflictoplossing zake de Zaak Abu Jah Jah


Op 9 Mei  a.s. staat de schrijversvereniging van de Bezige Bij
voor een  ‘onmogelijke’ opdracht
In feite worden de leden van de Vereniging geacht te debatteren inzake een boek dat nog niet eens geschreven is. Wel is over dat komende boek een contract getekend met Abu Jah Jah door de directie van de Bezige Bij.

Abu Jah Jah is een controversieel persoon, die sommigen onder ons,  de schrijvers Möhring , Durlacher en De Winter met name, wegens uitlatingen in het verleden voor een anti-semiet houden. Die hoort dus niet thuis bij de Bezige Bij.
Aan de orde is echter niet het al dan niet lid worden  van Abu Jah Jah van onze vereniging.
Want dat zou zonder meer niet kunnen. Hij voldoet immers niet aan het
aan hèt criterium voor lidmaatschap:  er moeten van minstens twee publicaties bij de Bezige Bij zijn gedaan.
Het gaat dus over het komende boek en de vermoedelijke inhoud daarvan.

De schrijvers Van Reybrouck en Hertmans stellen dat het om ‘jeugdzonden’
gaat. Dat Abu veel genuanceerder is geworden, en dat hij een belangrijke
en antiradicaliserende rol speelt bij het integreren van jonge Moslims in de Belgische samenleving.

Mijn voorstel is laat Abu Jah Jah dat boek schrijven. Het is niet de eerste keer, dat de Bezige Bij een controversieel boek uitgeeft en bovendien het contract is al getekend
Pacta sunt servanda.
Maar …laat de tegenstanders inzage krijgen in het  manuscript, als het er eenmaal  is, en… geef ze tijdig de gelegenheid om een Weerwoord te schrijven. Een Antwoordboek. Dat kan dan met of kort na Abu’s boek uitgegeven.
Aldus wordt de vrijheid van meningsuiting  geëerd en het maatschappelijk debat bevorderd.
Een en ander zal niet onopgemerkt blijven.


Geen opmerkingen: