Hard als een helm
over zijn angst
verraden hem de
littekens van zijn ogen
(ons rest geen
keus dan het rauw
scheur-
geluid van onze stem)
want wij zijn
niet als de vogels, de vlinders
dronken flaneurs
in ringen van licht
(Bokser, waarom
heb je geen vleugels? )
Wij zijn de
Geschondenen
Ons rest enkel de
broze
verwondering
om de on-
gebrokenheid van
ons neusbeen
Hoe lang
nog?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten