Ik
ging naar Slot Bommelstein om Heer Bommel te zien
Hij
was er niet…
Wel
was er bediende Joost, druk bezig aan het fornuis
met
het bereiden van een potage a la conserve
een
saucisse choucroute en/ of een jambon al Ratafla
althans
een eenvoudige, doch voedzame maaltijd
Maar
heer Bommel zelf was met zijn Oude
Schicht naar Rommeldam
Om
het monument aan hem gewijd te zien
en
aan Marten Toonder, zijn geestelijke vader
Maar
Rommeldam heette nu… Rotterdam
De
stad zag er heel anders uit
En
ook het monument bevreemdde hem
Wel
was daar het beeld van Burgemeester Dickerdack
die
zelfvoldane burgervader
En
Professor Sickbock was er ook
die
hem, heer Bommel, zo vaak met zijn proeven gefolterd had
(Het
Milgram-experiment is er kinderspel bij…!)
En
Markies de Canteclaer, Querulijn Xaverius…
dat
opgeblazen haantje, dat dacht dat hij een dichter was
En
Terpen Tijn…die van de gesuikerde augurk
En
heel in top van de pyloon daar prijkte jonge vriend Tom Poes
Maar waar was hij zelf?
Wel
droeg de wereldbol er
de
heldergele kleur van zijn Herenjas
En
de rode strepen op dat kledingstuk
dienden
nu wereldwijd tot meridianen
Maar waar was hijzelf…een
Heer van Stand?
Toen
hoorde hij een stem, een donkere
die
van zijn schepper Marten Toonder
Ollie B. Bommel, jij
bent hier overal
want in de harten
van àlle stripminnende Rotterdammers!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten