Toen
maakte zich een los van de vuren
waarom
zijn volk roerloos zat
trad
tot de rivier en riep
god
van het water, god van het vuur
Maar
zware neveldampen hingen
verborgen
de andere oever
zwegen
En
hij knielde in het vochtig gras
hief
zijn handen
god
van de hemel. god van de aarde
maar
de nevels zwegen
verborgen
de andere oever
in
duisternis
en
de mens stond op
nam
een vrouw
kreeg
kinderen
en
tenslotte
werd
hij beloond
met
de dood
de god
die nooit voor ons bidt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten