Als
een zomerkever van zijn huid
zo
heeft het strand de laatste badgast weggeveegd
richting
Heimat
En
op de tennisbanen grijnzen geen lome Boeddha’s meer
geen
stemmen, hoogblond, en niet de gongslag
van
de bal
Enkel
u, bankier, ter hoogte van het Kurhaus
met
uw zilvergrijs, gedistingeerd profiel
gelijkend
Adam Smith…
Zie,
zijn Onzichtbare Hand koestert uw paraplu
haast
vooroorlogs met duisternis omfloerst
als
in de zwarte crisis van de Jaren Dertig…
Ai,
met welk hoofdpijnvragen klopt de herfstwind
bij
de kapitale schedel van uw dwaasheid
aan?
om
wat u heden zoal deduceren moet
uit
de krijsende, desolate vlucht van meeuwen
hoog
boven de schuimkraag van de branding
en/of
de gelatinepudding / lillend / stinkend /
van
een gestrande potkwal:
Niks Global Casino! Niks Flitskapitaal!Niks Luchtbeleconomie
!
De
sterfdatum van het winstprincipe!
De herfsttij van het kapitaal!
Beurse Messias, u bijt hier in het zand
waarin
u, van de zomer nog
zo
doldriest hebt geschreven:
Ik krijg een
bonus
voor mijn anus
Pecunia non olet!
En voor mijn
grote
mond
vang ik
er vier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten