maandag 28 juni 2021

Café De Rotterdamse Letteren

 


In Rotterdam heten eigenlijk alle dichters

Van ’t Najaar …


tegen elke regendruppel , die tikt tegen de ruiten

laten ze parelen een jeneverdruppel

op hun tong.


t moet wel een heel stil, donkerbruin café zijn

t innerlijk van Rotterdam…


Hoor, plots roept daar Cor Herfstdrager

( Zwaar ongelukkig is de lier van zijn delirium...!)

tegen Rien Vroegindeherfst


“ Kijk daar straatrumoer…een extasy-poedel

paart een cocaïne -cocker-

spaniël …dát is pas Dichtkunst! ”


Dan antwoord hem vanachter de Avondroodkrant

Jules Elegie

(of is ’t Hester van het Rondeel? ):


“Welnee, een masturberende

tapkraan

dàt is pas Poëzie…


Proost! Op de Heelalcoholici van Rotterdam! ”


Antwoordt Ahmed van het Recitatief

de uitbater

van Grand Café ‘ Het Stadhuis:


Op mijn Dorst naar de witte bladzij

in de munttheekleurige

Koran!”


Hierop applaudisseert hèèl de Coolsingel !



Geen opmerkingen: