De toverkol, die het haardvuur oprakelt
zegt dat zij Genot
heet. Ik heb zo mijn twijfels
Want knoestig als sprokkelhout is haar raad:
‘Rook toch eens een jofele paddenstoelen-joint
met de herfstpiano-
prins !'
met de herfstpiano-
prins !'
Die raad sla ik in de herfstwind!
En ook sluit ik het matzilveren gordijn
buiten
herfstwindmevrouw, van uw ruisend teveel
aan regen (klanken)
waarin bedruppelde mannen in oranje overals
aan regen (klanken)
waarin bedruppelde mannen in oranje overals
natte, sepia bladeren harken
moeten
onder de kaalte van de acacias
op de begraafplaats Oud-Kralingen.
Hun taakstraf!
moeten
onder de kaalte van de acacias
op de begraafplaats Oud-Kralingen.
Hun taakstraf!
Maar ik versta mij kussend met de naaktgodin
die met de Chablis- lippen
op haar Chardonnay-
bed
bed
in de Avenue Concordia....
Hoogste tijd
voor onze winterslaap
die van de Gelukzaligen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten