De Chinees met de hoornen bril, minzame gast op Poetry
staat plots ’s nachts naast mijn bed
en vraagt - ik kan
zijn Kantonnees, helaas, slecht verstaan:
“Ik kan niet slapen, Grote Mandarijn , mag ik in uw badkuip
spelen met uw plastic eendjes? ”
“Chinese dichter, be my
guest! ”
Hoor ik daar in mijn badkamer, midden in de nacht
spatgeluiden van zeemeerminnen? Waak ik of droom ik?
Duikt hij om zes uur ’s ochtends weer op naast mijn bed
mijn Zoon des Hemels:
“Mag ik één van uw Geliefden lenen, Beproefde Mandarijn
het zilver & jade spatten van gedroomde zeemeerminnen
bevredigt niet…
Liefst de Roodharige , die ’s zomers
op haar Harley Davidson rondtoert
in het Maastrichter Maasdal
zij, die daarbij krekelhymnes neuriet
of … zijn ’t Tibetaanse popsongs?
Indien dat laatste het geval is, dan moet ik haar niet
de Dalai Lama bederft
de jeugd! Zo zien wij dat in China!
Dan liever de Zwartharige,
die in Parijs
trouw Pére
Lachaise bezoekt
en zwarte tulpen legt op het graf van Oscar Wilde
zij waant zich immers zijn weduwe
Indien die niet voorhanden
…dan de Caïribische
die de Eiffeltoren ziet al de erectie
van Napoleon…maar enkel als zij ongesteld is…
weet dat ik eenzaam ben, Doodskoppige Mandarijn”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten