Voor het huis met de
gesloten jaloezieën
sta ik, waarachter ik haar
naaktheid
in de tuin vermoed
Een driewielertje ligt
roestig omgevallen
twee kinderen, de onze
joelen, spatten in een
plastic opblaasbad
Aan de gietijzeren tafel
moet zij zitten, wankel
onder de grote rode beuk
opzij
O, ik hoor haar moeizaam s
c h o o l s c h r i f t
schouderblad na schouder-
blad:
“Shakespeare was vast
een vrouw, zo sensitief!'
Liefste, er wordt
aangebeld
Ik ben 't, Othello!
Roos-
vingerigste onder de feministen
vingerigste onder de feministen
ik kom
om je het zwaard te
brengen
Ontbloot
je zwanen // hals!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten