maandag 3 mei 2021

De Caracolen

 


In Valkenburg-Houthem dronk mijn vader wit bier onder de kastanjes, mijn

moeder stilte. Maar wij, mijn broer en ik, typische Zondagskinderen van

de Jaren Vijftig, stoven na ons glas karnemelk richting Eerste Nederlandse

Caracollen-kwekerij. De eerste èn de grootste, want toentertijd de enige.

Je moest daar eigenlijk een stuiver (!) toegangsgeld betalen, maar vaak

vertoefde de eigenaar (het was maar een sloom eenmansbedrijfje op een

lapje grond van zo'n zestien bij drie meter..) in de korenvelden aan de

overkant richting Geul. Op caracolenjacht.

Want behalve caracolen kweken placht de man deze in ivoren-

met- zilver(s)lijm- dichtgelakte doosjes verstopte lekkernijen ook te

vangen.


En terwijl dan de Grote Slakkenvanger elders in de Elyseese Velden

vertoefde, bekeken wij heimelijk zijn 'oogst'; brooswit, ivoorwit,

San-Marco-te-Venetië-wit, gepleisterd grafwit, Soestdijk-wit...Niets dan

slakken, slakken, slakken!

Op verpieterde slablaadjes. Blauw kokhalzend op en over elkaar. Stomme

wassen-beeldjes uit een week, zeer week Madame Tussaud's.

Maar dan kwam hij, de Grote Slakkenkoning, luid tierend en gebarend aan,

want hij had zo al uit de verte wel begrepen dat we 'witkijkers' waren,

niet van zins onze schaarse zondagse zakcent te spenderen aan een paar

vierkante meter slijm.

En weg joeg hij ons, naar onze ouders terug op het terras van Hotel-

Café-Restaurant 'Juliana'. Buiten adem kwamen we daar aan, gelukkig

angstig.

Maar hij, onze bedreiger, keerde meestal al voor de Geulbrug mopperend

terug naar zijn mini-paradijs van slijmvorsten en slijmvorstinnen.

Dat kon natuurlijk onmogelijk lang onbeheerd...


Ach, grote Caracol Onzichtbaar met je wit spoor van melkwegstelsels dwars

door het heelal...enkel om, jaren later, dit te schrijven;


Slakken - blote broches

die over je tepels

kruipen, richting Dood...


om nóg een glas Hardvochtigheid ?














Geen opmerkingen: