Mijn Stille Omgang met Godfried Bomans
Recent is de biografie van Godfried Bomans uitgekomen. Vleugellam,Godfried Bomans 1913 -1971. geschreven door Gé Vaartjes en daarin valt te lezen in hoofdstuk 12 Alles zo koud en onpersoonlijk (1959 – 1963):.
… Een dag na zijn optreden in Enkhuizen viel Bomans een eerbetoon ten deel in Leiden (op 14 November 1961 M.K ), waar hij een gevelsteen onthulde op de gevel van Breestraat 37, op dat adres was de 'ploerterij' van juffrouw Fles gevestigd, de kamer waar Pieter Bas in zijn studententijd woonde.
De steen was een initiatief van de jaarclub Pieter Bas van het Leids studenten corps, die zijn eenjarig bestaan vierde ...
De onthulling van de steen werd gevolgd door een groot feest
op de Sociëteit Minerva, dat, zoals niet ongebruikelijk aldaar, in de loop van der avond meer en meer ontaardde in een braspartij.
En wel zo erg ,dat het feestvarken geheel raakte vergeten!
Althans, op een gegeven moment, toen ik van het toilet kwam, zag Bomans eenzaam in de gang schuifelen. Richting garderobe. Die zo geheel van jassen overvol was, dat er ook, noodgedwongen, een groot aantal op de grond gestapeld lag. Zo druk was het op die avond .
Begin zestiger jaren was Godfried Bomans namelijk een enorm geliefde figuur. Hij was zeer gevraagd. Voor van alles en nog wat.
Zo was hij drie jaar daarvoor door ons , de redactie van Binden & Bouwen, het 'illustere' schoolblad van het Bernardinuscollege in Heerlen, gevraagd om een door ons georganiseerde Declamatiewedstrijd te jureren.
Maar Bomans moest wegens 'verkoudheid' op het laatste moment afzeggen en stuurde zijn Haarlemmer vriend de tekenaar Harrie Prenen op ons af. .
Prenen deed vreselijk zijn best om geestig te uit de hoek te komen, maar Godfried Bomans vervangen, nee, dat kon hij natuurlijk van geen kanten. Diens singuliere humor had hij nu eenmaal niet.
De wedstrijd werd gewonnen door mijn mede-gymnasiast Harrie Geelen, die het Bomanssprookje. Het Aanzoek, reciteerde
Er was eens een kikker die woonde in een gouden bal, die verschrikkelijk verliefd was. Maar hij dorst het niet te zeggen, want hij was een weinig verlegen van aard....
Inderdaad. Dé Harrie Geelen!
Hij, die zich een decennium later zou ontpoppen tot ... dé sprookjesschrijver ...voor TV! Oebele, Kunt mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?, etc. .
Ik zelf deed mee met Juffrouw Prillewits, maar mijn presentatie viel niet in de prijzen.
Wel schreef ik voor Binden & Bouwen het verslag van die avond, waarin ik het bestond ...nauwelijks iets over de avond zelf te zeggen, maar voornamelijk bezig was Godfried Bomans te vergelijken met Hans Christiaan Andersen....
Twee niet-aanwezige Aanwezigen.
Doet mij heden sterk denken aan het Sprookje van God, de Onaanwezige Aanwezige pur sang. Dit terzijde.
Daar stond Bomans dan hulpeloos te zoeken naar zijn jas.
Dit was mijn kans om met de Grote Man in contact te komen
“Zal ik u helpen zoeken, meneer Bomans?”
Nou, dat vond Bomans natuurlijk best.
En daar stond ik dan hopeloos mee te graaien in die grote berg jassen. Het was van mijn kant eigenlijk een volkomen onzinnige act, want ik had geen flauw idee, hoe die jas er uitzag.
En Bomans straalde op dat ,moment een zodanig groot zwijgen uit dat ik hem niet om instructies durfde vragen. .
Maar de goden waren met me. Op een gegeven moment wist ik een gabardine regenjas van een wat ouderwetse snit op te duiken. En... het was 'm !
Bomans dankt mij hartelijk. En vervolgens moest ik hem in de jas helpen. Omdat hij klaarblijkelijk wat meer gedronken had, dan goed voor hem was, ging dat hoogst moeizaam.
Toen dat gebeurd was, vroeg hij of ik hem wilde begeleiden naar het station. “Want ik ben wat onzeker van gang, zoals u ziet.”
Wij dus de Sociëteit uit, nachtelijk Leiden in, in stilte naast elkaar voortstappend..
“Wat studeert u?” onderbrak hij tamelijk plotseling het zwijgen.
Ik zei dat ik tweedejaars rechtenstudent was, maar mij eigenlijk meer en meer afvroeg , of ik met Rechten wel een juiste keuze had gemaakt.”
“Ik heb ook rechten gestudeerd... .” zei Bomans, gevolgd door de tamelijk cryptische opmerking: “En zie wat er van mij geworden is...”
Vervolgens sloeg hij plots rechtsaf de Haarlemmerstraat in. “Nee meneer Bomans , we moet rechtdoor!. Do ist der Bahnhof !”
Maar elke steeg en zijstraat bleek aanlokkelijker dan de Steenstraat, de weg rechtuit naar het Spoor..
Enfin, ten lange leste kreeg ik hem toch het station in.
Ik kocht een perronkaartje – dat had je toen nog in die tijd – om met hem mee te gaan, want ik had er een hard hoofd in of Bomans in de toestand waarin hij verkeerde wel de juiste trein zou weten te nemen, En dus niet in Haarlem zou belanden, maar god(fried) weet waar... .
Ik wist het perron voor de trein naar Haarlem te
vinden. Binnen tien minuten zou die arriveren.
Dus was er nog enige tijd voor gesprek. En het was Bomans die opnieuw het zwijgen verbrak “Wat dunkt u van mijn Sprookjes? ”
“Ik weet niet goed wat ik moet zeggen, meneer Bomans. Ooit heb ik uw Juffrouw Prillewits voorgedragen op een declamatie- wedstrijd. Maar Juffrouw Prillewits herinner ik me niet als een sprookje, maar meer als een klein verhaal.
Een sprookje begint immers met....Er was er eens... en eindigt met ..en ze leefden nog lang en gelukkig. Daar is geen sprake van bij Juffrouw Prillewits!
“Wat een puur formele benadering. De rechtenstudie doet jou kwaad, jongen!. Als je schrijver wil worden, moet je daar vanaf.”
Had Bomans mij dus door. Naast hem op dat perron stond geen twedejaarsstudent rechten, maar een jongeman die litterator wilde worden....
Maar daar was de trein! Bomans ging die zowaar geheel op eigen kracht in..
Ik zag hem een lege coupé op zoeken. Vervolgens draaide hij het raam open. Hoorde hem iets roepen in mijn richting .
Dit is wat ik meen toentertijd te hebben verstaan:
“Word Sprookjesschrijver!Dan kun je de werkelijkheid beter begrijpen! Wij mensen leven in een sprookjeswerkelijkheid, meer dan wij beseffen...”
En daar ging de trein het station van Leiden uit
En ja, ik heb sprookjes geschreven .Welgeteld vier. Ze staan in he boek De Diepslaper ( Liverse, Dordrecht, 2016)
Vier sprookjes!. Dat is natuurlijk niets vergeleken bij de productie van Harrie Geelen en Hans Christaan Andersen ...
Dus of ik mij een Sprookjesschrijver mag noemen is zeer de vraag.
Anders ligt dat met dat andere Bomanswoord van die nacht: Dat de mens in een sprookjeswerkelijkheid leeft,,,.
Daar steekt veel waars in! .
Ik, in elk geval, heb in mijn leven tamelijk veel met Sprookjesmensen , Onwerkelijke Werkelijken, te maken gehad .
Ik noem er hier uit talloos velen twee! Met beiden heb ik zwaar in de clinch gelegen.
Pim Fortuyn van het Sprookje Pim Fortuyn en Bram Peper van het Sprookje Manhattan aan de Maas.
Heden heb je de sprookjesfiguur Geert Wilders.'.
Aan wie we te 'danken' hebben, dat de diepmenselijke act 'een ander helpen' binnenkort strafbaar wordt gesteld. Bij het echte, menselijke helpen doet het er niet wie je helpt, je helpt! Dat verbieden, kan het inhumaner?.
Ja!
Sprookjesfiguur Donald Trump
Hadden we in de 20 eeuw het Sprookje van de Führer in de Wolfschanz
in de 21e eeuw, hebben we het Sprookje van de Vuurheer
in het Witte Huis
En we leefden nog lang en gelukkig....!
(Rotterdam Vandaag & Morgen 17 08 2025)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten