Hoe
we ’s ochtends samen in de spiegel staan
twee
matverzilveren Renaissance-
prinsen…
maar…
zien we wel echt naar de gillette-
bladen
van
de kilte van onze condottiere-ogen
(
Macchiavelli mag ons vast graag lijden zo…)
of…
toch
niet een of andere marmeren Renaissancegod
meedogenloos
meeloert
over
’t schilferend pantser van onze
schouderbladen
Welnee,
alles wat de spiegel ons zien laat
is
jouw / / mijn scheermes
aan
mijn // jouw polsen
Doods
dubbele stilte:
(aan
onze handen
pofmouwen
bloed)
Narcissus
versus
Narcissus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten