Een van vele
kleuren spattend groen, Het Park
waarin zwanen
aandrijven
witte, zwarte...
Hoe konden jullie
ooit met jullie spiegelbeelden
breken, zwanen
jullie Junkies,
voor zelfmoord te mooi?
En waar hebben
jullie de sleutel
van mijn liefde
gelaten, mijn zeventien-
jarige?
Waar haar tengere
schouders het gras hebben geplet?
Zie, hoe hoog boven
de Euromast stijgt de maan
in de zomeravond
als ’t turkoois klinkend woord
van ’n Kleine Man
uit Marokko
tot zijn vermoeide,
gehoofddoekte
vrouw
Zie, hoe hij
traag
't tapijt van het
park oprolt
tussen de platanen
en over het water
_ als uit de
baard van zijn Profeet _
laat hij klinken
een late merel…
Ach, van al z’n kinderen
luistert niet één!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten