De Patissier van Kralingen
Heelal, wie snoept daar
van de Melk(reep)
weg
hoog boven de Avenue Concordia?
Wie strooit daar sterren van wit fondant
op de borsten van zijn Liefste
elk van haar tepels
liefkozend
als een gekonfijte framboos?
Het is de dichter met zijn zinnelijk alfabet
van (bittere) chocolade-
letters!
Het is de marsepeinen vrouw in hem
het is de gentleman van karamel
in hem
de coole minnaar van Pralines de Bruxelles
die zich verlustigt in het Jaren Vijftig-kind
dat in de snoepwinkel van Jamin
(heimelijk) graait in de dropflessen
want de dichter is een patissier hors concours ...
Hij glaceert woorden
Hij suikert de duistere kant van ons !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten