voor
Esther, Sander & Eva-Linda
Waarom zwijgt de kamer
over hun katoenroze gegiechel?
alsof de ochtend niet vergiftigd wordt
door de damp van hun volmaaktheid
Uit badhanddoeken, kletsnat
begint de opmars, parmantig, van hun lieflijke billen
Hoe ze je opwachten aan het ontbijt
amandelogig , met
veters, ongestrikt…
Hoe je veegt monden, roestkleurig
van de chocolade hagelslag
neuzen, luidruchtig snotgroen
van de eeuwige zee…
Wat willen jullie?
Ambrozijn
op jullie boterham naar school
of appelstroop?
Hoor de stilte van hun wimpers
onder het warrig Melkwoud
van hun haardos
Jij droomt terug en knielt
nièt
voor hun (eeuwig) verlangen naar het
strand
Nausicäa… Nausicäa…
maar voor de (losse)
loopsheid
loopsheid
van hun schoentjes richting Nazomer en Najaar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten