Odyssee – de thuiskomst
Als laatste houvast aan de zee
de koffer, zwaar in zijn verkleumde handen
een opstandeling getemd in zijn regenjas
Het pad van zijn terugkeer: een mangat
tussen de beemden, een dwarse / gedachtenstreep
Hoor, het braambos brandt oud zeer / de taaie
zwiepslag van de takken: Ithaka... Ithaka..
Onder de najaarswolken golft het ploegland
(Mergelland: Atlantikwall, oud-geel
verzonken branding van Atlantis...)
Onder de kaalte van de linden knarst de Hofpoort
als bij windstilte
het Dodenschip van de Faiaken! Jammerlijk!
En hij, gered van de Titanic, de Lusitania, de Hindenburg
(Sterrenbeeld: Vissen. Ascendant: Boogschutter)
een killer met een hart
Kwispellikker, het jankend vreugdelichaam
staat moeizaam op, omarmt hem onhandig
Een hond. Een (n)iemand met een vurige tong