Een kind nog, althans blonder van belofte
de ogen van mijn moeder, fonkelend antraciet
als die van Maria, Stella
Maris
Mijn vader houdt bijziend een schelp omhoog
Een kokkel, een nonnetje, mossel ?
Het fossiel van een ammoniet?
Meten is weten! Maar wij weten niets...
(Wittgenstein zwijgt hier als een zeester…)
Ze zijn nu eeuwig op
vakantie…
die Zuidelijke Grande Dame
(Helena van Grevenbicht )
&
die Zuidelijke Meetkundige Heer
(ir. Menelaos van Terwinselen)
Daarom, altijd als achter Hotel Palace
(’t kan ook Huis ter Duin zijn…)
plots de hemel haast mediterraan blauw is
verbeeld ik mij dat daar ligt
Thalassa!
Thalassa!
Zuid-Limburg aan Zee
Hun Paradijs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten