Zijn
hoofd ligt in het gras gerold
als
van een guillotineblok /
Een
dennenboom slaat twaalf uur
Daaronder
graast een paard, sneeuwwit
Alsook
een (spokig) varkentje
Wij
schrijven 1917
En
hij is zo uitgestrekt, de dichter
zo
uitgestrekt…
Zijn
lak-
schoenen
raken vast nog aan ’t front
Zie,
hoe in z’n slaap
z’n
marmeren hand gaat naar z’n keel
een
wurggebaar!
Hij
droomt ! Hij droomt de waarheid:
Een
gillen als een f r o n t-
chirurgenhandschoen.
Maar wie luistert?
Wat
is er stiller dan dit cadavre exquis
liggend
aan gene zijde van de Maas
in
zijn tuniek kobaltblauw als een vuilnis-
zak
stinkend
naar ontbinding
de
menigte in Londen, op Trafalgar Square
juichend
doodstil,
op foto’s
sepia
om
de gelogen
vrede
van
Wapenstilstandsdag?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten